Dit weekend is voor de eerste regio van ons land de schoolvakantie weer begonnen. En dat betekent: heel veel mensen met de auto op pad naar mooie stekkies in binnen- en buitenland om daar zo’n beetje de meest ontspannen periode van het jaar door te brengen. Alleen… soms is er van ontspanning weinig sprake wanneer de auto je in de steek laat. Maar gelukkig is daar dan, al 75 jaar lang, de Wegenwacht.
(bron: o.a. Wikipedia)
Jawel, dit jaar bestaat de Wegenwacht 75 jaar! Al sinds 1946 waakt de ‘gele brigade’ over welzijn op de wegen in binnen en buitenland. Geen overbodige luxe, want wie van ons heeft niet wel eens en beroep moeten doen op de technische vaardigheden van de Wegenwacht voor problemen variërend van lekke banden, oververhitte motor of afgesloten auto met de sleutel nog in het contact, tot de gevolgen van ongelukken of echt vastgelopen motoren.
Al vanaf 1946, toen de eerste zeven ANWB Harley-Davidsons (overgenomen van de Canadese bevrijders) de weg op gingen, bleek er handenvol werk voor de wegenwachters. In dat eerste jaar werden er al meteen 10.000 auto’s geholpen. Een indrukwekkend aantal, in de wetenschap dat er op dat moment nog maar 30.000 auto’s in Nederland waren. In ieder geval zegt het iets over de kwaliteit van de auto’s in dat eerste vredesjaar. Die was dus verre van goed.
In de begintijd van de Wegenwacht reed elke motor een vaste route. Al patrouillerend kwam hij gestrande automobilisten tegen. In 1950 kwamen langs de wegen 400 telefoonborden te staan. Deze borden verwezen naar plaatsen waar gebeld kon worden naar de wegenwachtcentrale. In 1960 werd in Delft het eerste wegenwachtstation geopend. Deze centrale stond in verbinding met 10 praatpalen langs de A13 en met een aantal wegenwachters. In 1970 kwam er een landelijk dekkend netwerk met praatpalen, waarvan het laatste model praatpaal in 1994 werd geïntroduceerd. Deze was herkenbaar aan de ‘konijnenoren’, die de geluidsoverlast van de voorbijrazende auto’s moesten beperken. Echter ook aan deze praatpalen kwam in 2017 een einde door de opmars van de mobiele telefoons.
Hoewel inmiddels de kwaliteit van de auto’s niet meer te vergelijken is met die van het midden van de vorige eeuw, is de Wegenwacht nog altijd niet weg te denken. Want met zo’n kleine 9 miljoen auto’s die Nederland op dit moment telt blijft pechhulp onmisbaar. Zeker, omdat sommige dingen, die de automobilist in het verleden nog zelf kon uitvoeren, zoals een lekke band of het verwisselen van verlichting, een stuk ingewikkelder is geworden, en de vaardige hand van een wegenwachter vraagt.
Waar je ook op vakantie bent
Vanaf deze week gaat dus een groot deel van de Nederlanders weer op pad met de auto. En het is te hopen dat zo weinig mogelijk van hen pechhulp nodig zal hebben. Maar toch een prettige gedachte dat er altijd 75 jaar ervaring voor je klaarstaat.
Tentoonstelling
En… mocht je niet op vakantie gaan dan toch een leuke tip voor de vakantie in eigen land: in het Louwman Museum in Wassenaar kun je tot en met 2 september naar de tentoonstelling 75 jaar Wegenwacht. Een aanrader voor iedere liefhebber van auto’s en van de geschiedenis van de Wegenwacht in het bijzonder. Hieronder alvast een foto-impressie:
