Dit weekend vindt de nationale Spinnentelling plaats. Wellicht wat minder bekend dan de jaarlijkse Vogeltelling, maar minstens zo leuk. Want zit je bij de Vogeltelling meestal op enige afstand vogeltjes te tellen, voor spinnen moet je zelf toch iets meer in beweging komen om ze te vinden. Je zult op zoek moeten in de tuin: rondje lopen, omhoog, omlaag en opzij kijken, in bomen, in en onder planten, op muren, stenen boomstammen, kortom: een écht actieve herfstactiviteit.
De Nationale Spinnentelling is een landelijk initiatief dat is opgezet door het EIS Kenniscentrum Insecten, Vroege Vogels, Naturalis en Natuurmuseum Fryslân. Het is dit jaar inmiddels de 10eeditie die als doel heeft om op lange termijn inzicht geven in de veranderingen van onze spinnenfauna.
Hoe werkt het?
De top-3
Wat de Spinnentelling gemeen heeft met de Vogeltelling is dat er door de jaren heen één soort is die onaantastbaar aan kop gaat. Is het bij de Vogeltelling de huismus die telkens weer de kroon spant, bij de spinnen is dat de kruisspin. Vorig jaar telde men gemiddeld 7,3 kruisspinnen per tuin, wat neer komt dat in totaal 1 op de 3 getelde spinnen een kruisspin was.
De grote trilspin en de venstersectorspin stonden in 2022 op nummer twee en drie, en daarna kwamen nog een heleboel andere soorten, want in Nederland komen maar liefst rond de 640 soorten soorten spinnen voor.
Heb je meegeteld? Dan ontvang je via e-mail een seintje als de resultaten klaar staan. Die zijn dan te zien op .