Heemstede, Irene Campfens: ‘Van mij mag de sneeuw nog wel een tijdje blijven liggen’

Heemstede ziet wit van de sneeuw. Ik vind het een fantastisch gezicht en zie tegelijkertijd hoe verkeersdrama’s zich erdoor voltrekken. Wanneer ik vanachter mijn laptop naar buiten kijk zie ik fietsers in de hoogste versnelling door de drap zwoegen. Vijf keer trappen, tien centimeter vooruit.

Na zo’n twintig meter geven ze op en vervolgen hun weg richting werk of afspraak met het stuur aan de hand. Het ziet er onplezierig en onhandig uit. Ik denk terug aan een fietstocht door de sneeuw in 2010. Zo gefocust en voorzichtig als ik was, gleed ik toen met fiets en al onderuit en kwam op mijn hoofd terecht. Twee weken hoofdpijn en een chronische angst voor fietsen in de sneeuw als gevolg.

Even verderop zie ik de bus stug doorploeteren en donkergrijze sporen trekken in besneeuwde straten. Wie een dagje naar centrum Haarlem of Amsterdam wil kan misschien het beste een gokje wagen met lijn 80. De praktijk wijst uit dat bussen – enige vertraging daar gelaten – meestal wél blijven rijden bij lastige weersomstandigheden. Zo pakte ik afgelopen zondag de bus naar Amsterdam en deed er drie uur over om heen en terug te komen. Dat is een flinke reistijd, maar ik kwam er wel. Er was die dag namelijk ‘beperkt treinverkeer’, u kent het wel.

Autorijden met dit weer doe ik liever niet veel, alhoewel het op de grote wegen erg meevalt. Daar is geen sneeuw te bekennen, enkel in de weilanden waar de snelweg keihard doorheen knalt. Om op die snelwegen te komen, dat is kwelling. Het kost me de grootst mogelijke moeite om Heemstede uit te komen zonder verwikkeld te raken in andermans bijna botsingen, acute opwinding en neurotisch rijgedrag. Fascinerend hoe mensen zich door deze omstandigheden kunnen laten opfokken en veranderen in zeer onaardige medeweggebruikers.

Bij sneeuw is lopen is mijn favoriete manier om van a naar b te komen. Warme hoge schoenen, dikke sjaal, handschoenen en ik ben klaar om te gaan. Af en toe kijk ik achterom en zie hoe mijn stevige stappen gaten achterlaten in de witte laag. Op sommige plekken is het uitkijken geblazen: hier is de sneeuw opgevroren of bruin. Soms dreig ik weg te glijden en wil mij dan vastgrijpen aan dingen die er helemaal niet zijn. Oh, dat gevoel van bijna vallen; volgens mij hebben anderen dat ook. Regelmatig zie ik mensen zoekend door de straten schuiven. Een paar handgrepen of zo’n schuifding zoals ze op de ijsbaan hebben zouden geheel niet misstaan.

Het winterse gestuntel heeft zijn charme. Het zet de rem op ons gehaast. Alles gaat een tandje minder, duurt wat langer, kost meer moeite. Ik vind het wel wat hebben, ondanks dat ik geen fan ben van kou. Ik houd niet van wintersport, schaatsen, spelen met sneeuw of andere ijspret. Verdraagzaamheid, rust en geduld: daar houd ik wel van. Van mij mag de sneeuw nog een tijdje blijven liggen. We worden er zo lekker inschikkelijk van. Een fijne kerstgedachte die ik u graag meegeef.

Cookieinstellingen